Laatst bijgewerkt op 26 april 2025 door Bestemming Patagonië
In 2024 rijden we de Carretera Austral. Carretera Austral is de meer legendarische naam voor Ruta 7 die de stad Puerto Montt met het afgelegen dorp Villa O’Higgins verbindt. De 1247 kilometer lange route loopt dwars door het hart van Chileens Patagonië. Het is één van de mooiste autoroutes die je kunt rijden. De route wordt geflankeerd door eeuwenoude bossen, fjorden, gletsjers, ijskappen, actieve vulkanen en door meren en rivieren met oogverblindend turquoise water.
- De route van de Carretera Austral
- Naar Puerto Montt
- Puerto Montt
- Puerto Varas
- Naar Hornopirén
- Hornopirén
- Naar Chaitén
- Verder naar Chaitén
- Chaitén
- Naar Puyuhuapi
- Naar Yelcho gletsjer
- Yelcho gletsjer
- Puyuhuapi
- Naar Villa Mañihuales
- Villa Mañihuales
- Naar Puerto Aysén
- Puerto Aysén
- Naar Villa Cerro Castillo
- Coyhaique
- Villa Cerro Castillo
- Naar Puerto Rio Tranquilo
- Puerto Rio Tranquilo
- Naar Cochrane
- Naar Caleta Tortel
- Plankenkoorts in Caleta Tortel
- Naar Villa O'Higgings
- End of the Carretera Austral
- Villa O'Higgings
De route van de Carretera Austral
We beginnen onze reis in de hoofdstad van Chili; Santiago de Chile. In deze stad zijn we twee dagen om bij te komen van de vlucht en om iets van de stad te zien. Santiago hoort niet bij Patagonië, maar als je meer wilt weten over onze heenreis, neem dan even een kijkje.
Naar Puerto Montt
De wekker doet even pijn om 6:30 uur maar het is voor een goed doel: vandaag vliegen we naar Puerto Montt van waaruit ons doel van deze reis, de Carretera Austral, begint. We hebben zo de tijd om rustig op te starten voordat we weer naar het vliegveld moeten. We laten ons door Manuel van Didi, de veel goedkopere versie van Uber, naar het vliegveld brengen. Hartstikke illegaal vertelt hij ons, maar toch een florerend beroep. We doen alsof we door een vriend bij het vliegveld worden afgezet. Maar wel een vriend die ongeveer € 16 aan ons heeft verdiend. En zonder dikke knuffel 😅.

Het inchecken gaat vlot en soepel, zodat we nog 2 uur de tijd hebben voordat we aan boord moeten. Ruim de tijd voor een bak koffie dus. De rij voor de bagagecontrole is enorm en daarom sluiten we op tijd aan. Maar het loopt hartstikke goed door. We hebben dus niet veel tijd om ieder een halve liter water op te drinken 🙄. Na nog eens een half uur wachten kunnen we aan boord.
Van de vlotheid is niets meer over als we meer dan een halfuur in de vertrekrij staan. Met 35 min. vertraging vertrekken we. Er hangt een grote sluier smog of stof boven de stad. Erg lang is een blik op de Andes ons niet gegund; we zitten aan de goede kant, maar al snel vliegen we de wolken in. Alleen af en toe is er een klein gaatje. Het heeft ook wel wat om een bergtop boven de dikke bewolking zien uit te komen. Sommige nauwelijks te onderscheiden vanwege de sneeuw.
Puerto Montt blijkt een tussenstop voor de verdere vlucht naar Puerto Natales. Om 13:35 uur landen we onder een dikke laag bewolking, een half uur later staan we bij de balie van Europcar. De mannen werken niet heel snel en hebben wat te giechelen, maar goed. We krijgen een mooie Toyota Corolla Cross mee, al passen de twee koffers net wel of niet in de kofferbak. Tis maar hoe je het bekijkt. De eerste km’s zijn immer gerade aus, dus kunnen ‘we’ even aan de auto wennen 😉. Eenmaal binnen de stadsgrenzen is het druk en rijden we veel file. Ritsen kennen ze niet, de grootste neemt gewoon voorrang. Na zo’n drie kwartier zijn we bij onze accommodatie.
Puerto Montt
We overnachten de komende twee nachten in een hostel. Een populaire en goedkope optie vlakbij de boulevard. We schrikken ons een hoedje als we komen aanrijden: het staat te koop en ernaast wordt een appartementencomplex gebouwd. Het een zal ongetwijfeld met het ander te maken hebben. Hebben wij weer. Maar goed, het is open, we hebben een eigen kamer, de douche is er naast en we kunnen nét onze auto kwijt. Het is een oud houten gebouw dat kraakt aan alle kanten en van buiten niet echt goed is onderhouden. Het heeft z’n charme, zullen we maar zeggen 🏚️.
We droppen onze spullen en lopen naar het dichtbijgelegen warenhuis om wat te eten bij Mammaterra. Weer een vegan tentje; dat gaat tot nu toe hartstikke goed. Het smaakt ons weer prima. Daarna lopen we een stukje over de boulevard langs het water, waar een beeld van twee enorme knuffelaars staat 👩❤️👨. De lucht is helemaal open getrokken en het is windstil. We genieten van het mooie weer nu het nog kan. Het is onvoorstelbaar dat morgen de hel los breekt met harde wind en regen.

We zijn zelfs zo gek om naar een uitkijkpunt in de ‘bovenstad’ te lopen, dat nog een pittige klim langs de weg blijkt. Bij dit uitkijkpunt staat km 0,0 van de Carretera Austral. Dat we hier staan, is een feest 🥳. Deze hebben we in ieder geval binnen! Terug beneden lopen we weer een stukje over de boulevard en staan we bij ‘die andere’ km 0. Namelijk van Ruta 7, zoals de Carretera Austral officieel heet. Voor ons geen moeilijke keuze welk beginbord we leuker vinden.

Puerto Montt is druk. Helemaal geen idyllisch begin van een van de mooiste routes ter wereld door overweldigende natuur. Puerto Montt wordt door een bezoekster van onze website omschreven als ‘deprimerend’ en ‘onveilig’. Gelukkig voelen wij er ons geen moment onveilig (of we zijn gewoon naïef). De ligging aan het water met een brede Costanera boulevard met banken, een overdekte steiger, een skatebaan, speeltuin en kunstwerken maakt veel goed. Oude krakkemikkige gebouwen staan in de schaduw van moderne nieuwbouw. We hebben nog geen voetgangersgebied ontdekt. De sfeer vinden we wel veel prettiger dan in Santiago. Eigenlijk gewoon niet te vergelijken. Terug in het hostel merken we hoe druk het er is. Iedereen komt terug van weggeweest of checkt vandaag in. Dachten wij de enigen te zijn zo in het naseizoen. We maken een kop koffie klaar in het keukentje en houden het daarna voor gezien.

Puerto Varas
We hebben zowaar goed geslapen. Iedereen heeft zich rustig gehouden, er was één vroege doucher en de bouwwerkzaamheden beginnen niet voor 8:30 uur. We zijn wel een van de laatsten die aan het sobere maar vullende ontbijt beginnen. Veel haast maken hoeven we toch niet; voor vandaag is een bak regen met krachtige wind voorspeld.
We wikken en wegen wat we vandaag gaan doen. We neigen om toch een wandeling in een nabijgelegen natuurpark te maken, maar als we zien dat daar vanmiddag als eerste de zwaarste regen valt, veranderen we van plan. Ons oog valt op Puerto Varas (bijgenaamd de rozenstad), een bekend en charmant stadje zo’n 20 km ten noorden van Puerto Montt aan het Lago Llanquihue. De route gaat vrij recht toe recht aan. Eerst door stedelijk gebied, later heuvelachtig, groen met boerderijen of andere grote percelen. Miezer regen wordt afgewisseld met een korte bui. We parkeren in een straat nabij het centrum. Het is droog, maar er waait een stormachtige wind. Koud is het niet.

We lopen langs het water naar het centrum. Hier staan aan de boulevard vooral hotels. Vrijwel allemaal houtbouw. Ook in de straten daar achter veel hout met overkappingen en houten “leistenen” gevels. Het heeft wel wat weg van een skidorp. Dit wijst duidelijk op Duitse invloeden. Café Aleman, Café Hausmann, Deutsche Verein, kuchen, apfelstrudel, bij een textiel winkeltje accordeon muziek door een Chileen. We wisten dat de Duitsers zich zuidelijker gevestigd hadden, maar niet ook in Puerto Varas. Later lezen we dat het stadje zelfs door Duitsers gesticht is. We kunnen ons helemaal voorstellen dat mensen liever hier verblijven dan in Puerto Montt. Bevelen we nu zelf ook aan, Puerto Varas is een aanrader!

Het blijft eigenlijk best lang droog met af en toe een paar spetters. Heel fijn! Neemt niet weg dat de bewolking laag hangt en alle zicht op vulkaan Osorno wegneemt 🏔️. Pas als we aan een laatste verkenning willen beginnen, gaat het echt regenen. Een teken om het plaatselijke winkelcentrumpje in te vluchten en wat te eten. Dat doen ze hier tot nu toe wel goed: in een winkelcentrum kun je op de bovenste verdieping een foodcourt(tje) verwachten. Tijdens het eten komt de verwachte stortregen. We blijven even lekker zitten. Na ongeveer anderhalf uur stappen we weer op en lopen we de weer droge buitenlucht in. Bij het bakkertje bij de auto halen we nog een zoetigheidje voor bij de koffie ☕ en dan rijden we terug naar Puerto Montt. Nu in de file en stromende regen.
Terug in Puerto Montt doen we een boodschap en maken we in het keukentje van het hostel wat eenvoudigs te eten klaar. Al met al een hele goede dag!
Alerce Andino Nationaal Park
We hebben weer een prima nacht, al waren er wat meer vroege starters. Iets na 9 uur zitten we aan het ontbijt. Patrice heeft voor vanmorgen toch maar veganistisch ontbijt gevraagd, want één keer roerei was wel even genoeg. De gastvrouw vertelt dat er in de dichtstbijzijnde supermarkt geen plantaardige alternatieven voor op brood zijn. Zelfs geen yoghurt. Dat hadden we zelf ook al gezien. Ze heeft vers fruit gekocht en honing. Dat is natuurlijk helemaal prima en lief, maar na afloop laten we de arme schat voorzichtig weten dat honing ook niet veganistisch is 🫣. Maar dikke kudo’s voor het proberen.
Even na 11 uur vertrekken we en beginnen we officieel aan onze roadtrip 🚗. De donkere wolken trekken weg en de zon breekt door. Hopelijk blijft dat zo. We volgen Ruta 7 die vanuit Puerto Montt heel nauw de kust volgt. Na een kwartier draaien we het binnenland in. We rijden door landelijk gebied met koeien en hooibalen. Bij helder weer is er zicht op vulkaan Calbuco. Vlak na het plaatsje Correntoso wordt de weg onverhard. Nou ja, ongeasfalteerd.

De stenen en het zand zijn glad gereden, dus het rijdt prima. Verbazingwekkend dat de weg ondanks de afgelopen regen zo goed is. Eigenlijk juist een voordeel: het is niet stoffig. We hebben geen tegenliggers en niemand achter ons. Only the lonely. Na een paar km stuiten we op een kantoortje en een slagboom. Hier moeten we de auto parkeren en betalen we entree. We registreren ons voor de wandeling naar Laguna Sargazo, ongeveer 5 km v.v. We bouwen rustig op de komende weken 😉.

Het eerste stuk van de wandeling is het verlengde van de autoweg: een breed gravelpad. We zien een drol liggen. Maar honden zijn niet toegestaan. Van een mens lijkt die ook niet 🤔. Alleen de kenner kan ons zeggen of het van een poema is. Na een picknickplek wordt het pad smaller en even verderop is de officiële ingang naar het meer. Vanaf hier lopen we over een smal vlonderpad dat na zo’n 100 meter uitkomt bij een hangbrug over de sterk stromende Rio Lenca. Het vlonderpad gaat daarna verder het regenwoud in en al spoedig volgt een klim via traptreden. Na tien minuten gaan de treden net zo hard weer tien minuten naar beneden, om uit te komen bij het uitkijkpunt over het meer. Net als we daar zijn betrekt het, maar dat mag de pret niet drukken. Het zicht is goed.

Het uitkijkpunt is het wel. Er is geen sprake van een strandje aan het meer waar we even kunnen pauzeren. Na een halfuurtje hebben we het dan ook wel gezien en moeten we via dezelfde weg weer terug. De zon komt dan ook weer tevoorschijn 🌤️. We maken nog af en toe een fotostop en zijn om 16:15 uur terug bij de auto.

Naar Hornopirén
Na de wandeling moeten we ook met de auto weer dezelfde kilometers terug rijden om onze route naar het zuiden te vervolgen. Het weer is zo opgeklaard dat we nu zicht hebben op vulkaan Calbuco 🏔️; dat hadden we niet op de heenweg. Het rijdt allemaal niet erg snel. We mogen maar 60 km/uur (af en toe 30 of 40) en dat doen wij braaf. Terug op Ruta 7 moeten we nog 36 km tot aan de ferry die we moeten nemen om bij onze eindbestemming Hornopirén te komen. De weg gaat vlak langs het water en door gehuchtjes en daardoor ook niet heel snel.

Het is niet druk bij de veerboot ⛴️, we zijn de 6e in de rij en er gaan een stuk of 15 voertuigen de boot op. Ook een bus, want dit hoort gewoon bij het OV. Een paar zwerfhonden weten de wachtenden te charmeren met hun liefste blik. De ferryovertocht duurt ongeveer drie kwartier en is verder niet spannend. We stappen uit de auto en genieten van het heldere zicht op de bergen. Bij aankomst heet een waterige regenboog 🌈 ons welkom.

De weg na de ferry is prima geasfalteerd, slingert en gaat heuvel op en af. Ook niet bijster snel dus maar wel mooi door het groen en in het begin langs uitgestrekte gehuchten. Na het plaatsje Contao is er niets anders dan groen. We zijn bijna alleen op de weg. Bij Hornopirén rijden we recht op vulkaan Yates af en al snel komen ook vulkaan Hornopirén 🏔️ en andere besneeuwde bergtoppen in zicht. De avond valt echter al in, dus we hopen dat ons morgen ook deze mooie uitzichten zijn gegund.
We slapen weer in een hostel. We reden er voorbij, maar het is een fijne die vlakbij de boot voor vrijdag is gelegen. Omdat het al laat is, maken we in het keukentje wat eenvoudigs klaar. We sluiten af met koffie en het gisteren gekochte zoetigheidje ☕🫓.
Lago Cabrera
Een bergmeer dat de familienaam draagt, daar moeten we toch naartoe. Hornopirén heeft een gelijknamig nationaal park, maar dat is vrij lastig toegankelijk. Dichterbij liggen Lago Cabrera en de Rio Blanco watervallen, die we vandaag allebei willen bezoeken. We beginnen met de lastigste en dat is Lago Cabrera.
De autoweg naar het startpunt is gravel en eindigt voor een normale auto bij een boerderij. Parkeren is hier lastig op het smalle pad, maar al gauw komt een vrouw naar ons toe die aangeeft dat we voor CLP2.000 (ca. €2) op het terrein van de boerderij kunnen parkeren. Dat heeft ze goed bekeken!
Rond 11 uur starten we de wandeling van 6 km enkele reis. Het is er niet eentje voor op pumps, zeg maar. Het is een donker, vochtig en rotsachtig pad. Varens, mossen en bamboe is wat er groeit 🌿. Je kunt gezelschap krijgen van een of twee honden. Gelukkig lopen ze niet onze kant op. Het eerste uur is een geleidelijke maar constante klim. Daarna vlakt het wat af. Er zijn af en toe wat open plekken, maar die zijn door mensenhanden gecreëerd want de bomenkap gaat hier stug door. Op zo’n open stuk in de zon houden we steeds even stil. Wat een stilte, wat een rust. Vogels en een waterstroompje is alles wat we horen. En kettingzagen.


Het pad wordt steeds rotsachtiger en modderig. Bij grote plassen moeten we op smalle boomstammen balanceren 🪵, maar dat is goed te doen. Tot we dan de allergrootste plas tegenkomen en ons hart overslaat. Shit! Maar we kunnen gelukkig weer rustig ademhalen, want hier begint een vlonderpad. Dat gebeurt ons nog 2x. Het pad is daarna meer zwart lavazand. We moeten nog een hek door en vlak daarna staat een kapelletje. De besneeuwde top van vulkaan Yates 🏔️ domineert het beeld.

Na bijna 3 uur lopen zijn we er en gooien we onze spullen neer. Het is hier prachtig! Het meer ligt aan de voet van vulkaan Hornopirén en aan de overkant zien we de witte toppen van vulkaan Yates. Het is wel minder blauw dan we op foto’s hebben gezien. Omdat we veel te lang over de wandeling hebben gedaan, kunnen we niet heel lang blijven als we nog wat anders willen doen vandaag.


We doen ons best om snel terug bij de auto te zijn en het gaat zeker sneller, maar even goed is het tegen vijven als we bij de auto terug zijn. De andere wandeling is ook 5 km heen en 5 km terug, dus dat gaan we niet meer fatsoenlijk redden. We willen niet als een idioot gaan haasten. Patrice baalt wel want de watervallen van Rio Blanco horen eigenlijk wel bij een bezoek aan Hornopirén 😒. Ze geeft zich snel over en troost zich met poes- en varkenknuffelen op de boerderij.
Hornopirén
Omdat we de tweede wandeling niet doen, hebben we terug in Hornopirén nu tijd om nog even door het dorp te lopen en bij het water te kijken. Dat doen we met een flink softijsje in de hand🍦. Wat is de omgeving mooi! Het stadje ligt aan Canal Cholgo en wordt omringd door bergen, waarvan drie vulkanen. Het centrale plein heeft met het roodbruine hout wat weg van Maori architectuur.


Minder fraai zijn de zwerfhonden die we hier dan voor het eerst met zovelen zien 🐕. Ze zien er niet allemaal even mooi uit maar zijn overwegend wel goed doorvoed. En heel vriendelijk. Maar dat ze ook kunnen (op)jagen zien we bij het water, waar twee honden achter vogels aan rennen. Een ander nadeel is de houtrook waar het dorp constant mee bedekt is. Alles gaat er naar stinken en een raam open om te luchten is er niet bij. Erg jammer, want zó schadelijk voor de natuur en ieders gezondheid.

Na ons rondje eten we flink en goed bij restaurant Quelen Austral. Even wat schade inhalen 😉. Als je in Hornopirén bent, dan kunnen we je dit restaurant aanbevelen.
Naar Chaitén
Veerboot naar Caleta Gonzalo
We hebben vandaag een lange boottocht voor de boeg. Er is geen weg die naar Chaitén gaat. De wekker gaat daarom vroeg zodat we toch rustig kunnen opstarten. De boot gaat om 10:00 uur ⛴️. Tijdens het ontbijt zitten we naast een Nederlands echtpaar. Wat een toeval, want veel NL horen we echt niet. Wel Duits. Het echtpaar wil op de bonnefooi met de boot mee. We horen van de gastvrouw dat ook wij (met ticket) ongeveer een uur van tevoren in de rij moeten gaan staan. Slik. Da’s toch minder relaxt. We nemen het laatste broodje mee en pakken onze spullen. De wachtrij is al hartstikke lang, je zou niet zeggen dat het op de boot past. Het is bewolkt maar droog. Eerdere voorspellingen zeiden een bak regen vandaag, maar dat gaat waarschijnlijk meevallen. Meevaller!

Om 10:05 uur vertrekken we. We hebben lang zicht op het met houtrook besmeurde dorp en de vulkaan. Het gaat allemaal kalm. Er staat weinig wind en het is niet heel erg koud. Maar na een half uur begint het toch wat te spetteren en gaan we naar binnen. Hier is een klein loket voor wat te eten en drinken, staan relaxstoelen en wordt de film Avatar II gedraaid 👽. Mensen spelen een spelletje, zitten op hun telefoon, eten, lezen, luieren en lopen in en uit. Het is al snel weer droog. Een pinguïn en een dolfijn zijn gezien, maar wij zien niets. Naarmate de reis vordert, neemt de bewolking voor ons toe en verdwijnen bergtoppen uit het zicht. Maar het blijft in eerste instantie droog en dat is echt al veel beter dan we dachten.


Na precies drieënhalf uur worden de bestuurders gevraagd weer achter het stuur plaats te nemen. 25 min. later rijden we van de boot af. De overtocht gaat in twee etappes. Dat betekent dat we nu met z’n allen achter elkaar in een treintje 10 km over de weg rijden om de volgende boot te pakken. De weg is geasfalteerd maar met veel los grit. Verderop blijkt ook dat nog aan de weg gewerkt wordt. De vegetatie is dicht, zoals we tijdens onze wandelingen hebben gezien 🌿. Dat betekent dat de weg echt door het regenwoud is gehakt. Dat is dan wel triest. In de rij voor de tweede boot begint het dan toch te regenen en de lucht trekt helemaal dicht. De overtocht is maar kort, zo’n 25 minuten. Rond 15:05 uur legt de boot aan in Caleta Gonzalo.


Verder naar Chaitén
Van de boot zijn we meteen in een bekend en belangrijk nationaal park: Pumalin Douglas Tomkins. Gecreëerd door de oprichter van het outdoormerk The North Face. De weg is ongeasfalteerd met kuilen, gaten, stenen en keien. 14 km wegwerkzaamheden lezen we. We rijden 20, 30, 40 km/uur hooguit. Naar Chaitén is 58 km dus dit gaat even duren. Door een fotostop rijden we in eerste instantie alleen, iedereen is blijkbaar over deze weg gevlogen.


Maar dan halen we een buick met caravan in. Dat kan ook niet anders, dat ding stuitert alle kanten op. Er komt ook nog een vrachtwagen tegemoet, maar dat is het. De regen komt met bakken naar beneden en maakt van kuile zwembaden 🌧️. Het is geen vraag meer of we nog een korte wandeling gaan maken. Die bewaren we voor morgen. Hopelijk valt de regen dan mee, want ook dan zullen we wat hebben. We moeten dan alleen wel een stuk van deze route terug rijden.
Vanaf de mooie brug, Puente Bonito, zo’n 20 km voor Chaitén, is de weg weer geasfalteerd. John kan weer ontspannen. De regen lijkt ook minder, dus dubbel pret. We hebben een huisje in het groen aan de rand van Chaitén 🏡. Heel leuk. Gastheer Ignacio ontvangt ons vriendelijk en legt alles uit. De kachel gaan we toch niet gebruiken. We krijgen ook te horen over de straathonden van Chaitén én hij verzekert ons dat we bezoek zúllen krijgen van zijn kat. We mogen alles met haar doen, behalve voeren. Na een boodschap maken we ons vaste prakkie klaar (pasta). We zijn daar net mee klaar, of we horen al gemiauw buiten….


Cascadas Escondidas
Even geen wekker vandaag en we staan rond 9 uur op. We hebben heerlijk geslapen in alle rust en donkerte van het groen. We doen rustig ons ochtendritueel. Vandaag is weer een regenachtige dag, dus daar moeten we gewoon aan toegeven. We rijden 43 km terug voor de wandeling naar de Escondida watervallen 💦. Normaal een ritje van een half uur, maar door het slechte wegdek doen we er een uur over. De regen valt met bakken.
Er zijn drie grote en een paar kleine watervallen die langs een klimmend pad liggen. We zijn niet eens de enigen op de parkeerplaats. We knabbelen en drinken nog wat moed in en dan gaan we. Al bij de ingang stroomt het water het pad op. Er komt net een jongeman uit die gewoon door het stroompje heen loopt. Wij doen dan nog ons best om overal om- en overheen te stappen, maar zeker na de eerste waterval houden we daar maar mee op.


Het pad voert door subtropisch regenwoud 🌿 en gaat behoorlijk de hoogte in. Het volgt de wildstromende rivier, die hier en daar zelfs bijna het pad raakt. We komen eerst bij de ‘beneden’ waterval en die vinden we al indrukwekkend. De nevel maakt fotograferen bijna niet mogelijk. De ander twee watervallen volgen na nog eens bij elkaar een half uur flink klimmen. Gelukkig zijn de trappen en treden niet glad. De ‘boven’ waterval is helemaal indrukwekkend. Wat een kracht!

We moeten dezelfde route weer terug. Zeik en zeiknat zijn we. Bij een van de overdekte picknickplaatsen komen we even bij, vergezeld van onder andere kolibries die van de fuchsia’s snoepen 🌸.
Los Alerces
Dat we zeiknat zijn, weerhoudt ons niet van een tweede, heel korte en makkelijke wandeling even verderop. Het is inmiddels nagenoeg droog en het scheelt enorm dat het water even niet van boven komt.
Tijdens deze wandeling maken we kennis met een groep gigantische Alerce-bomen (wordt vertaald als Lariksen, maar denk Sequoia), die typisch zijn voor deze streek. Sommige zijn al eeuwenoud, zelfs bijna 3000 jaar! De bomen zijn een van de grootste en langstlevende soorten op aarde. De meeste Alerce-bomen zijn in het verleden gekapt, dus er zijn er niet veel meer over. In een poging om Alerce-bomen voor uitsterven te behoeden, is het sinds 1976 illegaal om deze boom in Chili te kappen. En dit stukje natuur in Parque Pumalin is een van de laatste plekken waar de bomen beschermd zijn. Bij de toegang worden we ervan verzekerd dat de vlonders en houten loopbruggen gemaakt zijn van oude omgevallen Alerce-bomen. Vooruit dan maar. Het is een prettige wandeling, ook weer door het subtropische regenwoud. We voelen ons klein.

Volcan Chaitén
Wat kan het weer hier toch raar zijn! We wisten dat vandaag de betere dag zou zijn van het weekend, maar zó veel beter….. Bij het ochtendritueel laat de zon zich al af en toe zien, we zien nu eindelijk de bergen achter Chaitén. Daar zitten gewoon knoeperts bij! ⛰️
Voor vandaag hebben we dan ook de pittige klim op de helling van de Chaitén vulkaan gepland. Blij dat we die niet onder de omstandigheden van gisteren hoeven te doen 😅. We moeten er weer een stuk voor terug rijden, maar nu vrijwel geheel over asfalt, dus dat scheelt. Richting vulkaan is er nog wel lage bewolking, hopelijk lost dat op tijd op. Na 25 min. zijn we er, zeker niet de enigen nu. Iedereen heeft op vandaag gewacht 🌤️. De vulkaan ligt gelukkig half vrij van de bewolking, zo hoog lijkt ie ook weer niet (hoogste punt is 1.122 meter, maar zover komen we niet).
De wandeling in zo’n 5 km v.v. en dat is niet zo veel. Maar we gaan 640 meter de hoogte in. Eindpunt is een uitkijkpunt vlakbij de krater. De vulkaan is actief 🌋. Daar kwamen ze na een paar duizend jaar in 2008 achter, toen die uitbarstte en half Chaitén wegvaagde. Nog maar pas geleden dus. En omdat het een actieve vulkaan is, kun je niet naar de top zelf klimmen. Maar vanaf het uitkijkpunt heb je goed zicht op de centrale kegel, het vulkaanmeer en kun je fumarolen zien (openingen waar gassen en stoom uit komen).
Het begin van de wandeling gaat heel lekker, al moeten we een stroompje oversteken en dat doet toch wat met je evenwichtsorgaan. Het is daarna al snel duidelijk dat we geen 25 meer zijn en we wat meer aan onze conditie zouden moeten werken. Klimmen over een pad gaat vaak nog wel, maar traptreden maken het extra moeilijk. En laten die nou net deze klim bepalen 😮💨. Al snel gaan de jassen uit en pauzeren we voor een slok water. En dit laatste doen we heul vaak.

Allemachtig, dit is de zwaarste wandeling ever voor ons. Ook omdat de zon gewoon goed schijnt. En het steilste deel is ook nog voor het laatste bewaard. Bijna loodrecht! Warm, bezweet en met trillende benen zijn we na precies 3 uur boven 🥵. We geloven niemand die zegt dat ze er anderhalf uur over hebben gedaan. Dan moet je ijzeren bovenbenen hebben. Voor de totale wandeling (v.v.) staat zo’n 4 uur.
Boven is het niet helemaal helder, maar er vallen genoeg gaten in de bewolking om alles te kunnen zien. Het is prachtig en heus de afmatting waard. We kunnen snel weer lachen. We nemen lekker de tijd, raken ook aan de praat met een Belgisch echtpaar. Precies twee uur later vertrekken we weer naar beneden. Terug gaat altijd sneller, ook voor ons. Het is even goed toch al 18:20 uur als we terug zijn bij de auto. Mooi om terug in Chaitén de ondergaande zon mee te pakken 🌅. Wat een dag!


Chaitén


Naar Puyuhuapi
Naar Yelcho gletsjer
We verlaten vandaag Chaitén. Van het dorp zelf hebben we niet echt wat gezien, maar er hangt een goede sfeer. En er is een prima pizzeria 🍕!
We tanken en zijn dan rond 10:45 uur op pad. De weg slalomt door een vallei. Het is bewolkt maar droog en tussen de bergen hangen hier en daar nog wat lage wolken. Maar het zicht is goed. Al snel hebben we een fotostop bij het vliegtuigwrak Avion in het gehucht Amarillo. Deze DC-3 is een oud oorlogstransportvliegtuig van de Chileense luchtmacht, maar bij een relocatie in 1974 trad een mechanisch defect op waardoor de piloot gedwongen werd een noodlanding te maken. Een inwoner van de streek wilde het ontmantelde wrak wel hebben en heeft het met vier trekossen voor elkaar gekregen dat het in Amarillo ligt. Er hebben ook nog een paar jaar twee broers in gewoond. Nu is het gewoon een trekpleister langs de kant van de weg met een koffietentje ernaast. Wel even leuk.

Een klein stukje verderop is de afslag naar de Amarillo gletsjer. Wij hebben een tijdje zitten twijfelen tussen een wandeling naar deze gletsjer of de Yelcho gletsjer zuidelijker 🏔️. Het is Yelcho geworden, omdat Amarillo wat lastiger bereikbaar is. We stoppen wel even voor een foto op afstand en komen prompt het Belgische echtpaar weer tegen!

Wij gaan verder naar Yelcho. Het is enorm rustig op de weg. We hebben een paar spontane fotostops, gewoon langs de weg. En toch zo stil! Vogelgeluiden zijn alles wat we horen. De mooie beelden volgen elkaar op, besneeuwde toppen komen in beeld, het zonnetje laat zich geregeld zien. De laatste fotostop hebben we bij Puente Yelcho, een van de unieke hangbruggen langs de Carretera Austral 🌁. Beneden naast de brug wordt wild gekampeerd, wat een geweldige plek.


Yelcho gletsjer
Op ongeveer 60 km ten zuiden van Chaitén hangt de Yelcho gletsjer. Het is mogelijk om naar een uitkijkpunt te wandelen. Die staat echter nergens langs de weg aangegeven, dus we gooien het stuur maar om waar we denken dat het is. We hebben goed gegokt.
De wandeling is 6,2 km v.v. en er staat 2,5 uur voor. Door alle fotostops onderweg hier naartoe, is het al 13:00 uur geweest als we beginnen, tegelijk met nog een paar bezoekers. Het kan nog, maar we moeten nog wel een stuk rijden vandaag.


De eerste 350 meter is een vlonderpad, daarna wordt het een bospad dat na de regenval van de afgelopen dagen wel modderig is. Het pad is overwegend vlak, maar kent een paar heuveltjes en ook stukken met stenen en worteldruk. Beetje oppassen dus. Langs de route zijn een paar uitkijkpunten op de gletsjer, dus het doel blijft in zicht. We doen anderhalf uur over de heenweg en hebben het uitkijkpunt helemaal voor onszelf. Het begint dan net te spetteren en er komt een lichte mistzweem voor de gletsjer. Dat is gelukkig van korte duur. Na zo’n 35 min. gaan we weer terug. Het begint harder te regenen en we moeten nog 130 km rijden naar Puyuhuapi.

Puyuhuapi
Puyuhuapi heeft een unieke geschiedenis omdat het in de 19e eeuw werd gekoloniseerd door de Duitsers. In de jaren 30 van de vorige eeuw werd het een toevluchtsoord voor Duitsers die op de vlucht waren voor het naziregime. Het voelt daarom Europees aan. Vooral de stijl van de houten huizen is kenmerkend. Voor een mooi uitzicht over Puyuhuapi en Río Pascua kun je een korte wandeling maken naar Los Canelos. Je moet voor deze wandeling een klein entreebedrag betalen, omdat het privéterrein is.

De omgeving van Puyuhuapi wordt gekenmerkt door bossen, bergen en watervallen. Het stadje is daarom ook een populaire uitvalsbasis voor Queulat Nationaal Park.

We lassen vandaag een rustdag in. We zouden naar nog een gletsjer ten zuiden van Puyuhuapi gaan, maar de weersvoorspellingen zijn niet heel gunstig. Wel veel beter dan gisteren. We kwamen toen in de stromende regen in Puyuhuapi aan 🌧️. Het plaatsje dat weinig zonnige dagen kent. Een mazzeltje dus dat het bij de Yelcho gletsjer nog goed ging. We reden door de Rio Frío vallei met de turkooise Rio Frío, maar door de laaghangende bewolking hebben we weinig daarvan gezien. We hebben ook onze eerste ongeasfalteerde meters gereden, maar heel verklaarbaar: de gevolgen van aardverschuivingen. Weliswaar al jaren geleden, maar hier hebben ze niet zo’n haast om alles weer netjes te maken. Verder viel ons op dat we vrijwel alleen op de weg reden. Er stonden wel koeien, schapen en Patagonische parkieten in de berm 🦜.
De gletsjer bewaren we dan voor morgenochtend. Betekent dus wel wat aanpassingen in de route, maar die ruimte hebben we. We lummelen lekker langzaam en gaan dan aan de wandel. Het is bewolkt maar nog wel droog.

Over de historie van Puyuhuapi is een wandelroute uitgezet aan de hand van een aantal informatiepanelen. Die volgen we bijna allemaal braaf. Straatnamen als Hamburgo, Otto Uebel en Ludwig verwijzen naar het verleden. De ligging aan het water en omringd door beboste heuvels is natuurlijk weer prachtig. Houten chaletbouw in alle mogelijke kleuren staat langs soms smalle straatjes. Het is maar een klein dorp (ongeveer 900 inwoners). Er is zóveel accommodatie dat we ons afvragen waar de gewone mens woont. Er zijn ook weer veel straathonden die zo hun vaste plekken hebben om te luieren en om aandacht vragen. Allemaal even lief 🥰. We lunchen bij Arrayanes, recht tegenover ons verblijf. Leuk klein tentje met vega wrap, wafel, pizza of burger. Als toetje nemen we een stuk kokostaart mee voor vanavond 🍰.

Aan het begin van de avond lopen we nog een kort rondje. We zien bij de oude steiger een ijsvogel. Zo te zien kun je hier wild kamperen en zomers genieten van een mooie zonsondergang. Puyuhuapi is een leuk, kleurrijk dorp met een ontspannen sfeer. Alleen weer die houtrook……😮💨.

Ventisquero Colgante
Vandaag gaan we naar de gletsjer die eigenlijk gisteren op de planning stond, én rijden we door naar onze volgende bestemming. Dat betekent een vroege wekker en dat doet weer even pijn. Het is een koude maar prachtige start van de dag met een volle maan aan de heldere, lichter wordende hemel 🌕. Dat hadden we ook weer niet durven hopen. We kijken nog even achterom naar Puyuhuapi. Zo zonde dat het beeld bepaald wordt door de houtrook.

De Colgante gletsjer (hier steeds ‘ventisquero’ genoemd) ligt in Queulat Nationaal Park op zo’n 25 km ten zuiden van Puyuhuapi. We passeren km 400 van de Carretera Austral en rijden een stuk van ongeveer 3 km ongeasfalteerd. Rond 8:45 uur staan we als eersten voor de gesloten poort. Dat hebben we nooit eerder meegemaakt! Tien minuten later komt een klein autootje met blijkbaar een boswachteres die de poort open doet. Bij de toegangscontrole staan wel al twee meiden, waarschijnlijk gekampeerd, en komen nog wat mensen aan. Maar wij beginnen om ongeveer 9:15 uur als eersten aan de wandeling 👫. Dan zijn we nog alleen.

De start van de wandeling is een hangbrug over Rio Ventisqueros. Daarna kun je linksaf voor de wandeling naar het belangrijkste uitkijkpunt (6,6 km v.v.) of rechtsaf naar het meer, waarvandaan ook excursieboten vertrekken. We beginnen met het verste, belangrijkste en meteen ook moeilijkste. De ochtendgymnastiek zit er met een stevige klim al meteen goed in. Daarna gaat het redelijk vlak maar het blijft opletten met stenen, wortels en stroompjes. We lopen nog steeds in subtropisch regenwoud 🌿. Het is prachtig om te merken dat het bos wakker wordt met een hoger klimmende zon en vogelgeluiden.
De heenweg kost ons anderhalf uur. We waren door twee personen ingehaald, dus het is nog rustig op het uitkijkpunt. We boffen enorm met het weer, het is hartstikke zonnig, maar tegelijk is dat een probleem: we hebben tegenlicht. En de voorkant van de gletsjer ligt nog in de schaduw, dus al met al hebben we niet het allerbeste plaatje. Maar mooi is die zeker!

De rust duurt maar kort, al snel loopt het helemaal vol. De wandeling is heel populair, het is een mooie dag en de meesten starten de wandeling voor 11 uur. Dus na 11 uur wordt het gewoon druk. We horen nog een enorm gedonder en zien dat een stuk van de gletsjer afbreekt. Wow, alsof ergens een bom is ontploft. Net op dat moment zitten we lekker wat te knabbelen en hebben we geen camera in onze handen 📷.

Op een gegeven moment is het gewoon té druk. Zelfs nu het geen hoogseizoen is. Voor ons een teken om na ruim een uur weer naar beneden te gaan. We lopen ook nog even het korte stukje naar het meer. We gaan niet met de boot, maar ook vanaf het meer heb je weer vanaf een andere hoek zicht op de gletsjer. Tijdens het genieten vliegt een kolibrie om onze oren die het op de fuchsia’s heeft gemunt. Uiteindelijk vertrekken we hier rond 14:15 uur. Een mooie, goed bestede ochtend en middag, maar we moeten nog verder.

Naar Villa Mañihuales
Door de aanpassing in de route rijden we na Ventisquero Colgante niet verder dan Villa Mañihuales. Toch nog bijna 130 km en we denken daarvoor alle tijd te hebben. Maar er is nog wat te zien onderweg.
Na een halfuur rijden zijn we bij de Padre Garcia waterval 💦, die verscholen ligt in het bos. En toch werd de waterval zomaar ontdekt door de jezuïet José García die het binnenland van de rivier de Queulat in trok. De 30 meter hoge waterval is naar hem vernoemd. Het is maar 200 meter lopen naar het uitkijkpunt van deze ook weer krachtige waterval. Dat lukt nog wel na vanmorgen 😉.
De waterval ligt aan het begin van de Cuesta Queulat, een ongeasfalteerd deel van de Carretera Austral waarin met 33 haarspeldbochten naar een bergpas geklommen wordt. Hier rijden gewoon ook vrachtwagens en met regen is het oppassen. Gelukkig zijn voor ons de omstandigheden goed.
20 minuten verder staan we ook nog aan de voet van de El Condor waterval. Met 40 meter ook niet bijster hoog, maar door de vrije val oogt ie hoger.

Vanaf nu moeten we doorrijden, het is nog 92 km naar Villa Mañihuales en daar gaan we zomaar anderhalf uur over. We rijden een prachtige route. Eerst door een smal dal langs de Cisnes rivier, dan een brede agrarisch vallei met hoge granieten bergen en pieken. De entree voor Villa Mañihuales is ook zo mooi in een brede vallei.

We slapen in een hospedaje en we staan eerst voor een gesloten deur, maar gelukkig komt Carola, de spontane uitbaatster, na een paar minuten aan lopen. We hebben een heel appartement voor vier personen voor onszelf. Krakkemikkig, oud en met laag plafond, maar een enorme ruimte 🏚️. We raken nog even met haar aan de praat en ze adviseert ons een restaurant waar we vega zouden kunnen eten. Op internet zien we echter vooral parilla bij dit restaurant, dus we lopen eerst zelf de hoofdstraat af op zoek naar een plekje. Er is echter maar weinig. We lopen een tentje binnen, maar meneer zegt niets voor vegetariërs te hebben. We denken dat ie er gewoon geen zin in heeft. Dan toch maar door naar het geadviseerde restaurant. We kunnen er terecht, maar we mogen zelf bedenken wat we willen eten. Een salade, groentenomelet en patat it is 🥗.
Villa Mañihuales
122 km ten zuiden van Puerto Cisnes ligt Villa Mañihuales. De weg ernaartoe loopt langs hoge rotswanden van het Lago Las Torres Nationaal Reservaat. Met een beetje geluk spot je hier de Condor. De route loopt verder door de brede vallei van de Río Mañihuales. In Villa Mañihuales ben je op het platteland van Chili, met schapenboerderijen.
We slapen al voor een habbekrats en dan zit er nog ontbijt bij ook. Niet heel bijzonder (roerei met kaas en warm brood) maar goede koffie ☕. De mannen doen zo lief hun best voor ons. We zijn de enige gasten.
Na het uitchecken hebben we tijd om nog even langs de hoofdweg te lopen. We hoeven vandaag niet ver te rijden, maar een uurtje. Donkere wolken domineren maar de zon piept er nog goed door. Bij de rivier zien we weer een ijsvogel!


Mañihuales is prachtig gelegen tussen de bergen. Daar hoort ook een natuurgebied bij. Het heeft charmante hoekjes, het is de moeite waard om wat straatjes in te lopen voor kleurrijke huisjes 🏘️. Er is een medische post en een langwerpig centraal plein met bankjes en speeltoestellen. En de kerstboom. Aangrenzend ligt het stadspark Las Lavanderas met picknick plaatsen en…… zonnepanelen! De hoofdstraat, dat is gewoon de Carretera Austral, heeft restaurants, winkeltjes, bakkerijen en een benzinestation.

Rond 12 uur vertrekken we met een zonnetje. We rijden langs een vrachtwagen van Graszoden Ooms 🤔. Eerder zagen we al Schouten Transport.
Ongeveer 13 km vanaf Villa Mañihuales kun je, via de X-50 en Ruta 240, een uitstapje maken naar Puerto Aysén. Puerto Aysén is de op een na grootste stad in de regio en ligt aan de Río Aysén. Kenmerkend voor het stadje is de historische Presidente Ibáñez brug, welke is uitgeroepen tot nationaal monument. Ook kun je vanuit Puerto Aysén de Cascada del Léon bezoeken.
Na dit uitstapje rijd je via de bezienswaardige Ruta 240 terug naar de Carretera Austral om verder naar Coyhaique te rijden. Mede omdat we nieuwsgierig zijn naar de Ruta 240, die de Río Simpson aan het Reserva Nacional Río Simpson volgt, besluiten we om dit zijsprongetje te rijden. Dat betekent dat we 1 nacht in Puerto Aysén verblijven.
Naar Puerto Aysén
De weg na Villa Mañihuales is een voortzetting van de mooie weg gisteren; het prachtige dal van Rio Mañihuales tussen groen beboste heuvels en bergen ⛰️. De eerste regen valt, we wisten dat dat zou komen. Vanmorgen gewoon geluk gehad met het zonnetje. Er duikt wel een mist op die het zicht langzaam maar zeker belemmert. Het loof (esdoorn) langs de weg vertoont hier al wat herfstkleuren 🍂, maar eerder hebben we daar nog weinig van gemerkt. Verder staan veel rozenbottelstruiken langs de weg.
Puerto Aysén
Puerto Aysén is vooral een praktische bestemming. Het is een van de grootste plaatsen in de regio en er is genoeg te zien en te doen in de omgeving, maar door de aanpassing in onze route verblijven we er maar één nacht. Naarmate we Puerto Aysén naderen, gaat het steeds harder regenen. We hadden gehoopt nog een korte wandeling door het stadje te kunnen maken, maar dat gaat niet lukken. We hebben er althans geen nat pak voor over. (De volgende ochtend pakken we nog wel even de bezienswaardige hangbrug mee 🌁).

Bij de accommodatie staan we voor een gesloten poort, maar gelukkig was dat slechts omdat gastvrouw Alicia ons niet zo vroeg had verwacht. Het is ook nog geen 14:00 uur. Als we staan te wachten, staat er weer een Nederlandse vrachtwagen achter ons 🫣. We verblijven in een schitterend huisje met alles erop en eraan. De pelletkachel brandt al 🔥. Vooruit dan maar, dan drogen we ons schoenen wel. We drinken, eten en relaxen wat en gaan dan een boodschap doen. Gelukkig is er een grote supermarkt. We gaan weer zelf koken, ook al hadden we graag bij een aanbevolen restaurantje willen gaan zitten. Uiteten bewaren we wel voor als we niet zelf kunnen koken. Een min of meer verloren middag in Puerto Aysén, al is ontspannen ook niet slecht in een vakantie 😉.

Cascada La Virgen
Eigenlijk jammer dat we weer weggaan, we hebben heerlijk geslapen in het comfortabele huisje. We doen rustig ons ochtendritueel, het regent ook nu. Als we vertrekken regent het licht. De wolken hangen wel wat hoger, dus besneeuwde bergtoppen worden weer zichtbaar 🏔️. Dat verandert als we verder onderweg zijn. De regen komt weer met bakken terwijl we een bezienswaardige route rijden door Reserva Nacional Rio Simpson en het de bedoeling is om af en toe te stoppen.
Toch houden we een fotostop bij Cascada La Virgen 💦 , waar tevens een altaartje is. Deze plek is een heus bedevaartsoord waar elk jaar op 11 februari gelovigen naar toe komen. Het is blijkbaar gebruikelijk om te toeteren als je langs rijdt. Volgens lokaal bijgeloof verschijnt een geest van een jongen uit de waterval, helemaal droog, en hij kruipt in je auto. John steekt een kaarsje aan🕯️ en laat z’n gedachten en een traan de vrije loop.


Naar Villa Cerro Castillo
Coyhaique
Coyhaique ligt in een cirkelvormige vallei en is, met een kleine 50.000 inwoners, de grootste stad langs de Carretera Austral en de hoofdstad van de regio Aysén. Het gebied rond Coyhaique is waarschijnlijk de beroemdste plek om de Huemul en de Andescondor te zien. Soms niet geasfalteerd. Uitstapje naar Ruta de las Seis Lagunas via een smalle, onverharde weg (X-674).
De rit van Puerto Aysén naar Coyhaique hadden we ons iets anders voorgestel (het was de reden om naar Pto Aysen te gaan), maar door de regen valt het nu eenmaal in het water 🙄. De volgende waterval slaan we over. We zien gelukkig wel dat het inderdaad een prachtige route is met aan weerszijden groen beboste heuvels en bergen. Hier en daar piept een besneeuwde top onder het wolkendek uit. Watervallen stromen langs de bergwanden naar beneden.

We gaan door de enige tunnel van de Carretera Austral, de 240 meter korte Túnel Farellones. Direct daarna is het landschap compleet anders. Geen bossen en bergen meer, maar geel gras en heuvels. Is het agrarisch? Omdat het kouder is, zijn er ook meer herfstkleuren 🍂. In Coyhaique pauzeren we. De regen is minder geworden.

We lunchen bij veganistisch restaurant Basilic Bistrot 🌱. Spontaan schijnt de zon. We lopen nog een rondje om de 8-hoekige Plaza de Armas. Het ziet er leuk uit, zeker met het zonnetje erbij. Na nog een fotostop bij Mirador Rio Simpson gaan we weer verder.


Villa Cerro Castillo
In Coyhaique brak de zon al door en dat wordt alleen maar beter. We laten de regen zo’n 30 km lang achter ons en rijden door een zonovergoten agrarische Rio Simpson vallei. Het gele gras knalt prachtig door de zon. Met de cipresse-achtige bomen doet het Toscaans aan. Tegelijk ook wel triest, want de ontbossing heeft dit landschap gecreëerd. We hebben tegenliggers genoeg, maar al die tijd rijdt niemand zichtbaar achter ons.

Zo’n 50 km voor Villa Cerro Castillo 🏰 rijden we toch weer kort de regen in en keldert de temperatuur maar 5 graden. De herfstkleuren worden hier veel duidelijker en de sneeuw op de bergtoppen is dikker. Tijdens fotostops merken we dat ons jasje niet meer voldoende is en de muts en handschoenen uit de koffer kunnen 🧤. We stoppen ook als we een fotografe langs de kant van de weg muisstil zien zitten. Voor haar staan twee zeldzame Huemels net bij de boomgrens! Hopelijk heeft ze alle tijd gehad, want een k*kind van een gezin dat ook is gestopt, verpest de boel. De laatste fotostop is bij de bekende Mirador Cerro Castillo voor de haarspeldbochten die naar het dorp leiden. Bij helder weer zie je dan ook al de rotsformatie Cerro Castillo, maar dat treffen we nu niet.

We slapen de komende twee nachten in een hospedaje met gemengde recensies. De ontvangst is in ieder geval allerhartelijkst en er wordt een prima vega diner voor ons klaar gemaakt 🌱. Daarna wordt het warme spullen klaarleggen voor morgen.
Laguna Cerro Castillo
Vandaag staat de zware wandeling naar Mirador Laguna Cerro Castillo 🏰 op de planning. De wandeling is 13 km v.v. en gaat flink de hoogte in, naar de voet van de rotsformatie Cerro Castillo. Er staat minimaal 6 uur voor.
Het betekent een vroege start, maar we ontbijten wel gewoon. Gelukkig kan dat vroeg. Het begin van de wandeling is ongeveer vijf auto km buiten het dorp. De torens zitten nog grotendeels in de wolken, maar ons is een goede dag beloofd. We moeten parkeren waar het daarna alleen voor 4WD bedoeld is en daardoor lopen we een kwartiertje extra. Mooie warming up.
Na wat administratieve handelingen en een verplicht informatief praatje kunnen we om 9:29 uur dan echt beginnen. De eerste meters zijn meteen een flinke klim. Waren het in Chaitén onze bovenbenen die flink getraind werden, nu zijn het onze kuiten. Maar gelukkig geen traptreden! We doen een halfuur over de eerste kilometer, die over een breed bospad loopt en eindigt op een drassig vlak stuk. Het vlakke deel zet door, we lopen langs koeien en hun drinkplaats, die nu een mooie spiegel vormt. Patagonische parkieten vliegen luidruchtig over. Na de koeien volgt een kort boomstamvlonderpad en dan een licht stijgend breed bospad. Tot km 2️⃣ is het prima lopen.

Maar daarna gaan we echt heuvelop via een smal pad tussen struikgewas. We lopen onbeschut. De zon breekt door, dus die beginnen we te voelen. Het is helemaal niet koud, dus voor dit deel zijn we met drie of vier lagen kleding veel te warm aangekleed. Achter ons wordt het zicht ook steeds helderder en het is prachtig. We moeten dus niet vergeten om af en toe achterom te kijken en met dat excuus hebben we regelmatig een korte pauze. We genieten heus ook van de beginnende herfstkleuren 🍂. Hoe meer heuvelop, hoe steiler de klim wordt. Het doel verdwijnt dan even uit zicht.

Km 3️⃣ is halverwege de heuvel. Daarna steken we 2x een stroompje over en loopt het pad eventjes vlak, langs de heuvel door het bos. Dat is aangenaam want weer beschut. Met het doel in de rug hebben we wel het gevoel de verkeerde kant op te lopen. Nog hoger neemt de wind toe en valt er kort wat lichte neerslag. Km 4️⃣ is net voordat de steile klim op de nu kale heuvel begint. Het rotsachtige pad is om te wennen aan het allerlaatste deel. Bij km 5️⃣ is een controlepunt, kun je naar het toilet en zelfs drinkwater bijvullen. Als of we een dagenlange wandeling doen. We drinken veel te weinig dus we hebben niets bij te vullen.

Het beste is als laatste bewaard; net als bij Volcán Chaitén zijn de laatste anderhalve km de steilste en het moeilijkst over soms losse stenen en plakken sneeuw. Na precies 3,5 uur zijn we boven, maar is het nog een klein stukje afdalen naar het uitkijkpunt over de lagune. Die is minder blauw dan op alle mooie plaatjes en ligt in de schaduw, maar overall is dit een prachtige plek en bijzonder om na zoveel inspanning te bereiken! Het is koud, er staat stormachtige wind en af en toe valt er wat hagel (dus nu wel blij met de kledinglagen 😁), maar het zicht is bijna perfect 🏔️. Wat een bof! Het is een illusie om te denken dat je hier rustig wat kunt drinken en eten, dus dat bewaren we voor de terugweg. We hebben vreemd genoeg ook niet zoveel dorst en honger.


Na ongeveer een uur gaan we weer naar beneden. De bewolking boven het dal is nagenoeg opgelost, heel mooi. Terug is altijd korter, we doen er zo’n drie uur over.
Terug bij het pension laten we weer prima voor ons koken en duiken we op tijd ons bed in. Morgen weer een rijdag. Wat hebben we het goed gehad vandaag!
Puerto Ibáñez
Vanuit Villa Cerro Castillo kun je via de X-65 een uitstapje te maken naar Puerto Ibáñez, een klein dorpje aan de oever van het Lago General Carrera, het grootste meer van Chili. De afstand vanuit Villa Cerro Castillo is 31 km en moet heen en weer worden gereden om weer op de Carretera Austral uit te komen. Vanuit het plaatsje kun je de Saltos del Río Ibáñez (waterval) bezoeken en een wandeling maken langs de kust van het Lago General Carrera.
Vanuit Puerto Ibáñez vertrekt een veerboot naar Chile Chico. De overtocht duurt ongeveer twee uur en kost ongeveer €40 euro per auto en €1 voor een voetganger. Als je met de auto de oversteek wilt maken, dan moet je wel van tevoren boeken via de website van de veerbootmaatschappij. De veerboot vaart meestal twee keer per dag. De rederij die de overtocht aanbiedt is RVC.
Chile Chico is een pittoresk stadje met ongeveer 4.000 inwoners. Het ligt direct aan de zuidoever van het Lago General Carrera, op nog geen 5 km van de grens met Argentinië (Paso Río Jeinemeni). Het stadje wordt omringd door het Andesgebergte. De reden om dit grensstadje met Argentinië te noemen, is omdat je via Chile Chico de mogelijkheid hebt om op een andere legendarische route door Patagonië te komen, namelijk Ruta 40.
Naar Puerto Rio Tranquilo
Het is weer een rijdag 🚗. Niet zo ver, maar we zullen op het ongeasfalteerde deel van de Carretera Austral stuiten en dan gaat het allemaal een stuk minder snel. Er schijnt vanmorgen een stralend zonnetje. Een beetje jaloers op de wandelaars van vandaag zijn we dus wel. Maar goed, we hebben fraai uitzicht tijdens het ontbijt en we schieten nog wat foto’s vanuit het dorp.

Na een tankbeurt bij misschien wel het mooiste gelegen benzinestation, verlaten we rond 11:45 uur Villa Cerro Castillo. Lang worden we gevolgd door de besneeuwde Cerro en het turkoois blauwe water van de Rio Ibañez. Na 15 km houdt het asfalt op. De weg voert door een brede vallei en de ene besneeuwde top lost de andere af. We stoppen nog bij een uitkijkpunt over de Rio Ibañez en bij Bosque Muerto (Dode bos). De dode bomen (nu niet meer dan halve stammen) zijn ontstaan na de uitbarsting van de Hudson-vulkaan in 1971 🌋. Door de opeenhoping van as veranderde de loop van de rivier de Ibáñez, waardoor de bomen verdronken.

De eerste kilometers op de ongeasfalteerde weg zijn nog best te doen; de weg is breed en bedekt met grove kiezel, waar duidelijke banen in gesleten zijn. Echte gaten zijn er niet, wel veel ribbels. Maar na een paar km wordt de weg smaller en steeds slechter. Het is voor wat we tot nu gewend zijn best druk op de weg. Misschien omdat het Pasen is.

Als we Valle Rio Murta induiken lijkt het alsof we weer terug zijn in het subtropische regenwoud. Zo groen en bosrijk 🌳. De weg wordt nu wel echt slecht en vereist stuurmanskunst en concentratie. We lassen een stop in om daarvan even te pauzeren. Vanaf ongeveer 30 km voor Puerto Rio Tranquilo verbetert de weg in eerste instantie wel iets, maar evengoed is het vaak een trap op de rem. De laatste 10 km zijn weer hel. Waarom al die kuilen niet gewoon regelmatig worden glad gestreken is ons een raadsel. We hebben wel gelezen dat bewoners de overheid oproepen er iets aan te doen. De laatste 20 km voert de weg langs het knalblauwe Lago General Carrera, dat Chili deelt met Argentinië. De temperatuur is weer aangenaam in Rio Tranquilo, zo’n 12 graden.
Puerto Rio Tranquilo
Puerto Rio Tranquilo is een klein dorp aan het prachtige blauwe water van Lago General Carrera. Het heeft maar een paar brede (geasfalteerde) straten, maar in het hoogseizoen kan het enorm druk zijn. Alles staat in het teken van Capillas de Marmol, ofwel marmergrotten. In die paar straten stikt het dan ook van de accommodatie; van luxe hotels tot cabañas, pensions, hostels en een camping. Vaak gewoon bij mensen in hun achtertuin. Aan het water staan twee rijen kiosken die hun excursies naar de marmergrotten of nabijgelegen gletsjers aanbieden.

Het dorp oogt nu wel rustig, maar misschien omdat het zondag is. In het midden van het dorp ligt een groot plein met bankjes en speeltoestellen. Aan een kant staan kleine kiosken waarin excursies of ambachtelijk handwerk wordt aangeboden. Er zijn een paar moderne restaurants waar ook vegetarische mogelijkheden zijn. Wij eten een matige vegaburger en quesadilla bij het populaire eetcafé Ruedas Burgers & S(c)hop, naast de brug.

Exploradores-gletsjer
Deze indrukwekkende gletsjer maakt deel uit van het Laguna San Rafael Nationaal Park. Om de 20 km lange gletsjer te bereiken moet je vanuit Puerto Río Tranquilo met de auto de X-728 naar het westen volgen. Na ongeveer 51km kom je aan bij het refugio de los Exploradores, waar je de entree voor het park moet betalen ($8.000 CLP = €7,76 in 2025). Vanaf daar begint een wandelpad door het bos dat je naar een uitzichtpunt op de gletsjer brengt. Onderweg kom je langs de Valle de los Glaciares en de waterval Cascada la Nutria. Een markante plek om onderweg te stoppen voor een kop koffie met kuchen of een lunch, is het Duitse Hostal Alacaluf. Eigenaar Klaus is een beetje een zonderling die vol verhalen zit.
Een activiteit die steeds populairder wordt, is het wandelen over de gletsjer, onder begeleiding. Tour Glaciar Exploradores is een van de operators die tours organiseren. We lezen dat sinds eind 2023 het wandelen op de gletsjer tijdelijk is opgeschort, vanwege de instabiliteit van het ijs. Het is dus goed om vooraf te informeren.
San Rafael-gletsjer
De San Rafael-gletsjer is een andere gletsjer die vanuit Puerto Río Tranquilo te bereiken is. De gletsjer is ongeveer 30 km lang en 3 km breed en is te zien vanaf het land of vanuit de lucht. Vanwege de afgelegen ligging en het ruige karakter van het terrein kan het een uitdaging zijn om de San Rafael-gletsjer en de erbij gelegen San Rafael-lagune te bereiken. Dat is misschien wel de reden dat hier de poema kan worden gespot. Een aanbieder van dagtours is Nomade Experience. Tijdens de excursie varen kleine zodiacs tot aan de gletsjermuur en is het mogelijk om whisky te drinken met ijs van de gletsjer.

Capillas de Mármol
Als je wat langer onderweg bent, loopt er altijd wel eens iets niet volgens plan. Vandaag hebben we zo’n dag. We willen de marmergrotten bezoeken. Dat kan alleen per boot 🚤. De omstandigheden zijn goed met een heerlijk zonnig begin van de dag. Dan knalt het blauwe water van het meer lekker. Er staat wel veel wind. Alle tips wijzen naar de enige aanbieder vanuit Bahia Mansa, zo’n 5 km buiten Puerto Rio Tranquilo. Die is dichterbij de grotten, het is er minder druk, het zijn kundige schippers, en de excursie is iets goedkoper. En, niet onbelangrijk: reserveren hoeft niet, ze varen de hele dag door.
Als we daar rond 11:40 uur zijn, is er niemand. We willen wel even wachten, want de weg naar deze plek is steil en gewoon rotsachtig. Eigenlijk 4×4. Dus weer omhoog is ook weer een uitdaging. Om 12:15 uur komt de boot terug. Er zijn nog geen andere belangstellenden en dan zou de boottocht neerkomen op een privérit van CLP 90.000 voor ons tweeën en ook nog cash (zo’n € 90,-). Normaal is de excursie CLP 18.000 per persoon 💵. Dat gaan we dus niet doen. Er is een reservering voor rond dit tijdstip voor drie personen waarbij we kunnen aansluiten, maar die moeten uit Coyhaique komen. En dat kan even duren. We besluiten nog een halfuurtje te wachten, maar tevergeefs.

Terug dus naar het dorp waar het stikt van de aanbieders. Maar ook daar blijkt dat de vroege middag geen druk tijdstip is. We geven ons op voor een tour om 15 uur. Als de organisatie zelf niet genoeg passagiers heeft, wordt gekeken of we met een andere meekunnen. Er zit niets anders op dan af te wachten dus gaan we weer aan de wandel, drinken een kop koffie en eten iets snels. Het is inmiddels wel betrokken en onze tweede activiteit vandaag (Valle de los Glaciares) kunnen we op onze buik schrijven.
Het is aanbieder Panchito gelukt om 7 mensen aan boord te krijgen, dus de tour van 15:00 uur gaat door. We moeten wat papieren invullen en krijgen een poncho en reddingsvest aan. We zullen met deze wind wel flink nat worden 💦. Het water op het meer golft behoorlijk. De schipper manoeuvreert de boot (gewoon een speedboot) heel kundig, maar we gaan behoorlijk heen en weer. We zijn nog geen vijf minuten onderweg of een van de vrouwen raakt in paniek en dus varen we terug. Zij blijft achter en voor ons volgt een wilde rit. Dat de schipper het voor elkaar krijgt ons droog te houden, zegt genoeg over zijn kundigheid.




De grotten liggen al grotendeels in de schaduw, maar bij sommige treffen we nog een waterig zonnetje. Het water is hier hartstikke kalm. Op een paar plekken kan de boot in een grot zodat we het kalksteen van dichtbij kunnen zien. Maar eigenlijk is de combinatie van marmer met het knalblauwe water van iets meer afstand het mooist. Een van de rotsformaties heet Kathedraal en daar varen we omheen. Van alle uitleg krijgen we niets mee. Op een rots tegen de bergwand zit een condor, lastig te zien.

Met net zo’n wilde rit gaan we weer terug en staan we om 17 uur weer aan wal. Met twee uur hebben we dan toch waar voor ons geld gehad. We kunnen in het ieniemienie supermarktje gewoon een vegan burger kopen voor maar 1000 pesos. €1 dus. We maken daarmee ons eigen prakje klaar in het hostel 🌱.
Naar Cochrane
Het hostel kent een vroege uitchecktijd, dus we zetten de wekker 🕖. Tijdens het ontbijt boeken we onze volgende overnachting. Makkelijk zoals dat tegenwoordig gaat. We kiezen weer voor wat comfort, dus een eigen cabaña. Die ligt wel buiten het centrum van Cochrane.
Het heeft vannacht geregend en nu is het zwaar bewolkt. Waarschijnlijk blijft het niet droog, maar dat is oke. We hebben een rijdag met wat stops 🚗. We volgen in eerste instantie het Lago General Carrera. Zonder zon kleurt die maar grijs en zien we ook de besneeuwde toppen niet meer. De weg is volledig ongeasfalteerd en kent maar weinig gladde doorrij stukken. De eerste 15 km zijn ronduit slecht en kunnen we maar 30 à 40 km/uur rijden. Daarna verbetert het wel met verhard gravel met ribbels en af en toe gaten. Zolang die in het midden zitten kunnen we met 50, 60 km/uur rijden. Er lijken iets van wegwerkzaamheden plaats te vinden. Althans, een bulldozer strijkt de boel een beetje glad 🚜. Opvallend zijn de vele rozenbottelstruiken die langs de weg staan. Kunnen heel wat potten jam mee gemaakt worden.


We hebben een fotostop bij de oranje Puente General Carrera 🌁. Het begint dan ook licht te regenen, maar dat is na een halfuur ook weer over. We rijden het gehucht Puerto Bertrand in, dat aan het knalblauwe water van het Lago Bertrand ligt. Het stelt niets voor, maar ligt mooi. Er is geen tentje open voor een kop koffie of een broodje, het seizoen is waarschijnlijk voorbij. Het dorp is ook nog aan een kant afgesloten door werkzaamheden, dus we moeten weer omdraaien. Nou ja, wel een leuk plaatje geschoten.

Confluencia Río Baker en Río Neff
Rivieren komen wel eens ergens samen. In Chili noemen ze dat een “confluencia”. Langs de Carretera Austral zijn twee van die confluencias uitgelicht. De eerste is de grootste en belangrijkste: die van de knalblauwe Rio Baker (de grootste rivier van Chili) en de grijze Rio Neff. Dit gaat gepaard met een fraaie waterval in de Rio Baker 💦. Een korte wandeling brengt ons hier naartoe. De zon is gaan schijnen en lokaal is het flink opgewarmd, zo’n 17 graden en windstil.

Hierna zijn we verlost van het losse gravel en is de weg zelfs voorzien van een asfaltlaag. Laten we het geasfalteerd gravel noemen. De volgende confluencia is ter hoogte van de ingang van Parque Nacional Patagonia. Ook weer van Rio Baker en een klein lokaal riviertje Rio Chacabuco. We zien hier ook in de verte de eerste guanacos 🦙. Parque Patagonia staat er om bekend.

Het landschap waar we doorheen rijden doet denken aan de highlands, wat we ervan weten ⛰️. Geen granieten bergwanden dus, maar wel wat licht besneeuwde toppen. De knalturkooise Rio Baker slalomt er als een aorta doorheen.
We zijn tegen vijven in Cochrane (niet te verwarren met de stad in Canada…). De cabaña staat out of town op een heuvel, maar is wel leuk. We rijden terug voor een boodschap (gewoon brood is niet te krijgen en de prijzen liggen wat hoger) en maken zelf wat klaar.

Cochrane is de hoofdstad van de provincie Capitán Prat en de grootste stad aan het zuidelijke deel van de Carretera Austral. Na Cochrane wordt de weg steeds ruiger en afgelegener, met slechts enkele kleine dorpjes tot aan Villa O’Higgins. Cochrane is daarom een handige plek om te stoppen, te tanken, geld te pinnen en inkopen te doen.
Op slechts 5 km van Cochrane ligt het Tamango Nationaal Park. Dit park maakt deel uit van Patagonia Nationaal Park, dat in 2018 werd opgericht. In het park maak je de beste kans om de bedreigde en schuwe huemul (Zuid-Andeshert) te zien. Vooral in de vroege ochtend of de late namiddag. In het park komen verder nog: poema’s, vossen, flamingo’s, uilen, condors, ibissen en struisvogels voor. Ook leven er grote kuddes guanaco’s (wilde lama’s). Patagonia Nationaal Park is nauw verbonden met de Tompkins Conservation stichting.
Patagonia Nationaal Park
Dat was een koude nacht! We gaan vandaag naar Patagonia Nationaal Park, ook weer een die met hulp van wijlen Douglas Tompkins (The North Face) is gecreëerd door natuurgebieden samen te voegen. Hij ligt in het park begraven. We zullen het volgens de verwachtingen niet droog houden vandaag, maar het begin is veelbelovend met een zonnetje.
De ingang van het park (via de X-83) die wij willen gebruiken ligt zeventien kilometer ten noorden van Cochrane, op een half uur rijden. We reden er gisteren al langs. Al na een paar km stuiten we op veel guanacos 🦙. Daar staat dit park mede om bekend. Het bezoekerscentrum is pas 6 km na de ingang en daar zouden we ons moeten registreren. Hier staan ook veel guanacos te eten van het malse gras. De entree van het park vinden we best prijzig (€11 p.p.) en we mogen ook nog alleen met cash betalen. Wie maakt ons wat, er staat geen slagboom, we gokken erop dat betalen niet hoeft voor die ene korte wandeling die we willen doen.

La Vega heet de wandeling. Die voert eerst langs de kleine begraafplaats waar ook Tompkins begraven ligt en die ooit toebehoorde aan een grote veeboerderij. Een sober graf. Dan lopen we een makkelijk rondje van zo’n 5 km. Het is een kennismaking met de Patagonische steppe. Mede dankzij het werk van Tompkins beginnen de graslanden zich tegenwoordig te herstellen na een eeuw van overbegrazing. Het gebied bevat nu een van de hoogste niveaus van biodiversiteit in de regio Aysén. De valleien zijn gevormd door de Rio Chacabuco. La Vega bewandelt een van die valleien. We komen langs een van de campings in het park 🏕️. Er zijn wat overdekte picknickplekken waarvan wij ook gebruik maken voor een pauze. Verder wijst er niets op dat er momenteel kampeerders zijn. Misschien is de camping al gesloten. Opvallend is dat we tijdens de wandeling geen guanaco of vogel zien en horen.

Het begint licht te regenen als we verder willen lopen, maar daar blijft het ook wel bij. Het is al weer droog als we terug bij de auto zijn. Daarvoor was nog wel een ruime bocht nodig, want het stond vol met guanacos. Geen idee of die beesten in staat zijn op je af te rennen, maar spugen kunnen ze in ieder geval wel.
Na de wandeling rijden we nog een stukje verder het park in, maar de weg wordt smaller en slechter en het landschap is veel van hetzelfde. We passeren een meer en hoewel die voor de biodiversiteit ongetwijfeld erg belangrijk is, kunnen we er niet makkelijk bij komen en is het ook geen turkooise schoonheid. We besluiten het bij de kennismaking via La Vega te laten. Ook een keer goed om gewoon eens op tijd te stoppen.

Naar Caleta Tortel
Wat een prachtig begin van de dag! 🌤️. Het verandert hier allemaal zo snel. We verlaten vandaag Cochrane maar gaan nog even naar het uitkijkpunt over het stadje en tanken. Om 11:15 uur vertrekken we echt.
De weg is nog 6 km na Cochrane geasfalteerd, er wordt aardig aan gewerkt. Het gravel daarna is eigenlijk prima, heel goed om er 60 of 70 km/uur over te rijden. Althans totdat het allemaal bochtig wordt. De weg voert tot aan de bergpas veel door het bos, langs een paar meren en met de hoge besneeuwde bergtoppen van de noordelijke ijsvelden in zicht. Daarna dalen we flink af in de nauwe kloof van de Rio Barrancoso en later door de Rio de los Ñadiz vallei. Hier wisselen struiken en stukken bos elkaar af. De weg is ook weer wat slechter (ribbels en hier en daar gaten) maar nog altijd goed met een duidelijk spoor om te volgen. Opvallend hoeveel verkeer er op dit geïsoleerde stuk van de route is. Om de zoveel km staat ook een huisje dus helemaal onbewoond is het niet.

De weg slalomt langs verschillende rivieren in bosachtig gebied. Na twee uur onderweg zoeken we een plek om te pauzeren, maar die dient zich niet aan. Of het moet bij iemand op z’n oprit zijn. Dat heeft zo moeten zijn want even later stuiten we op een hele duidelijke regenboog 🌈. En als we ons niet vergissen, zien we ook twee condors vliegen. Hadden we anders gemist! (oeps, wel vergissing). In dit moerassige stukje wordt iets geoogst dat lijkt op de pluimen van bepaalde struiken. Geen idee wat je daarmee kunt doen.

De regenboog is het teken dat het weer verandert. Inderdaad spettert het wat en is het wegdek nat. Maar echte regen blijft ons lang bespaard. Zo’n 22 km voor Tortel krijgen we lichte regen, al blijft de zon ook nog lang schijnen. Niet veel later vinden we toch eindelijk een, niet al te interessante, pauzeplek. Vanaf hier komen we ook weer de Rio Baker tegen die we door het bosachtige landschap volgen.
Plankenkoorts in Caleta Tortel
We rijden bij Caleta Tortel de regen in. Van de zon is geen spoor meer. We zijn er om 14:55 uur, al met al hebben we er nog wel lang over gereden.
Caleta Tortel is het dorp van de houten vlonderpaden. In de jaren 50 officieel gesticht vanwege de houtindustrie. Er leidt geen weg of pad doorheen. Aan het einde van de weg hier naartoe is een parkeerplaats en daar houdt het voor de auto op. En om in het centrumpje te komen, moet je een flinke trap naar beneden. Lullig als je accommodatie aan de andere kant van het dorp ligt. Het heeft geen zin om met koffers te sjouwen 💼, dus wij pakken het hoog nodige en lopen dan naar onze accommodatie. Die is gelukkig redelijk dichtbij.

We verblijven in het vrij nieuwe Hostel Natureza, bij een Chileens / Braziliaans stel dat nog maar een jaar geleden de grote stap heeft gezet en dit begonnen is. Hoewel het allemaal wat klein en krap is, doen ze het hartstikke leuk. Onze kamer is wel erg ieniemienie met een stapelbed, maar goed, grote tassen hebben we toch niet. En het uitzicht is prachtig!
Omdat we hier al op tijd zijn, hebben we tijd om de boel te verkennen. We lopen het vlonderpad vrijwel helemaal af. Dat kan zo’n 2 km. Het weer is helemaal opgeknapt, wat een bof! 🌤️ Overal ligt hout, mensen zijn constant bezig met klussen. Wat moet het een onderhoud zijn! Sommige stukken zien er hartstikke nieuw uit. Maar ja, wat moet men hier anders doen? Je werkt of in het toerisme, of je zit in het onderhoud. Een school hebben we niet zo gauw gezien, maar er is wel een piepklein biebje, waar John wel zou willen werken 📚. We wilden ons ook nog wagen aan een klim de heuvel op voor uitzicht over het dorp, maar dat is te drassig. Het heeft op veel plekken flink geplenst de afgelopen dagen.

Als we terug lopen naar het hostel komen we onze gastheer tegen die pizza’s aan het bezorgen is op de fiets 🍕🚴🏼♀️. Wat een grap! Met de fiets over het hout. Hij loopt met ons mee en we krijgen te horen over hun stap, maar ook dat er nog maar sinds één jaar riolering is en sinds twee jaar 24 uur elektriciteit. Niet voor koninginnetjes dus. Omdat er weinig restaurants zijn of die open zijn, laat staan dat er wat vega te halen is, maken wij ook gebruik van een pizza in het hostel. Dat doen ze nog hartstikke goed ook! 😋


Naar Villa O’Higgings
We hebben heerlijk geslapen. Niet de hanen maar de honden kunnen je wakker maken in Caleta Tortel. Ontbijt is bij de overnachting inbegrepen en dat doen ze weer prima met o.a. zelfgemaakt brood, cake en limonade 🥐☕.
Het einde van de Carretera Austral is in zicht. Vandaag rijden we de laatste etappe, naar Villa O’Higgins. Dat ligt dichterbij Argentinië dan dat het verbonden is met Chili, maar goed. Om 10 uur vertrekken we. Het is bewolkt maar droog en naarmate we verder van Tortel weg rijden, zien we ook de zon. De voorspellingen voor morgen, als we de dag in O’Higgins doorbrengen, zijn niet goed.
In deze etappe zit weer een ferry van ongeveer 45 minuten ⛴️. Helemaal gratis. Het is ongeveer een uur rijden naar Puerto Yungay, waar vandaan de boot vertrekt. De weg begint redelijk steil omhoog over los gravel. Maar daarna is het eigenlijk een heel goede weg door de smalle kloof van de Rio Vegabundo en later Rio El Camino. De weg is wel heel smal, dus op tegenliggers zitten we niet te wachten, maar die hebben we ook niet, omdat er geen boot heeft gevaren. De laatste 5 km zijn het slechtst.

Puerto Yungay bestaat uit twee of drie huizen, een vervallen kerkje (wel open), een ruime woning, een militaire post en een cafeetje voor o.a. de laatste of eerste koffie voor of na de boottocht ☕. Er is een kleine en grote boot voor de overtocht. De kleine, voor zeven of acht voertuigen, wordt na aankomst omgeruild voor de grotere, waarmee wij de overtocht maken. Wij gaan er met zes voortuigen en zes motoren op. We moeten achteruit de boot op rijden en dat doen we als eersten, zodat we uiteindelijk achteraan komen te staan.


Na de overtocht zorgen we dat we als laatsten onderweg zijn, zodat we rustig aan kunnen doen. Het is nog 99 km en 2,5 uur rijden naar Villa O’Higgins. De weg is smal en wat uitdagender met kuilen en stenen, maar ook nu zonder tegenliggers. Elke zoveel km staat er een huisje. We krijgen een hartverlamming als we een noodstop moeten maken als bij een huis de hond voor de auto springt. Maar het gaat altijd goed. De dieren hebben een fixatie voor de autobanden. Kutbeest.
Vreemd genoeg buigt de weg na 9 km naar rechts af die als Ruta 7 (de Carretera Austral) aangeduid staat. Maar wij moeten rechtdoor. Naar Villa O’Higgins gaan we over de X-91 en dus niet over Ruta 7. We hebben een korte klim met haarspeldbochten en vanaf de afdaling daarna is de weg erg bumpy. We volgen hoog en laag de Rio Bravo. De weg lijkt ons niet geschikt voor mensen met dieptevrees, want vangrails ontbreken nog wel eens. Het gaat niet heel snel; harder dan 40, soms 50 km/uur rijden we niet. Erg inspannend voor John, dus na bijna 40 km houden we even een korte pauze.
Verderop houden we ook pauze bij een officiële picknickplek met half zicht op een gletsjer. Hier strekken we even de benen. De weg is daarna gelukkig wat comfortabeler. We hebben nog een kort oponthoud door gaucho’s met koeien en paarden. Vanaf zo’n 50 km voor O’Higgins loopt de weg nagenoeg vlak door een brede beboste vallei. Watervallen stromen langs de berghelling en sommige dicht aan de weg. Sporadisch is er een boerderij. Rond Lago Cisnes staan de hoogste bergen, prachtig. Zo’n 30 km voor O’Higgins regent het kort en licht. We zien weer even een regenboog 🌈.

In Villa O’Higgins worden we verwelkomd door de carabineros 👮🏻♂️. Er is maar één weg, dus ook eenvoudig na te gaan wie komt en gaat. Waarschijnlijk omdat Argentinië maar 2 km hier vandaan is. Ze willen weten waar we naartoe gaan en welke nationaliteit we hebben. Allemaal allervriendelijkst en we krijgen aanwijzingen waar het échte einde van de Carretera is. Nog 7 km doorrijden.
End of the Carretera Austral
Yes, we made it!! 🥳🥳
Na bijna 100 inspannende laatste kilometers zijn we even na 16:00 uur aan het einde gekomen van de Carretera Austral. Een prachtige en voor ons symbolische regenboog 🌈 vergezelt ons. Heel lang. Een lichte ontlading kunnen we niet onderdrukken; we lachen, huilen, knuffelen, juichen, springen en dansen.

Villa O’Higgings
Zoveel geluk we gisteren hadden met droog weer onderweg en de regenboog bij het eindpunt, zoveel pech hebben we vandaag. De ochtend verregent compleet. Dat wisten we. Een gletsjerexcursie komt er dan ook niet van. Het geeft ons wel de gelegenheid om te luieren en we slapen bijna klokje rond! 🕖 We waren er blijkbaar aan toe. Vanaf morgen als een speer in drie dagen een stuk terug naar het noorden, dus de rust is ook wel welkom.
Rond half één klaart het ineens helemaal op 🌤️. Apart. Snel dus aan de wandel. Om ons heen verdwijnen bergtoppen af en aan in de bewolking. Ten noorden van het dorp zit het na een uurtje weer potdicht, maar het dorp zelf blijft wonderlijk in een zonnig gat.

Het ziet er allemaal vredig uit. O’Higgins is in blokken opgebouwd. Bij helder weer heb je mooi zicht op hoge pieken en gletsjers 🏔️. Het dorp noemt zich niet voor niets de hoofdstad van de Patagonische gletsjers (ijsvelden). Het dorp bestaat weer veel uit eenlaagse chaletbouw. Er staan wat nieuwe wijkjes met een paar dezelfde huisjes. Net als elk dorp is er ook weer een centraal plein waarvan het houtwerk er gloednieuw uit zien. Hier staan twee standbeelden. Een van O’Higgins en een gewijd aan de pioniers. Achter het plein staat een grote school en naast het plein het Museo de la Patagonia. Er is veel accommodatie, vooral hostels en cabañas. We zien één hotel aan het begin van het dorp. Verder tellen we twee supermarkten en een minimarkt. Zelfs een seniorenhuis en een klein busstation voor de verbinding met Cochrane 🚎.

Aan de rand van het dorp is een militaire post en een klein parkje met sport- en speeltoestellen. Er wordt gebouwd en vernieuwd, we horen veel geluid van elektrische zagen en hamers. De huizen en percelen zijn maar klein, maar veel zijn ingericht als mini boerderij of werkplaats. Op een aantal plekken wordt huisgemaakt brood aangeboden. Gewoon vanuit de huiskamer of -keuken. Wij zijn waarschijnlijk de enigen die anderhalf uur door het kleine dorp lopen.
We klimmen nog naar het uitkijkpunt over het dorp en drinken een kop koffie met een gebakje bij een cafeetje dat als enige open is ☕🍰. Ten slotte rijden we nog maar de hangbrug over Rio Mayer, waar ook een wandeling begint met verschillende uitkijkpunten. We lopen een vlak stukje, zien nog een kikker, maar de klim heeft geen zin door de bewolking om de bergen. Net als we weer in de auto stappen om terug maar het hostel te gaan, begint het licht te regenen. Wat een rare maar ook fijne dag zo!


Deel dit bericht:
Ontdek meer van Bestemming Patagonië
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Beste John en Patricia, wat een mooi en uitgebreid reisverhaal over de Carretera Austral. Wij willen deze reis eind dit jaar gaan maken en ik was al aan het goochelen met allerlei puzzelstukjes. In dit verhaal is me heel veel duidelijk geworden en heb ik bijna alle antwoorden gevonden die ik zocht. Ik vraag me nog af of we de ferry tijdens de eerste etappe (Puerto Montt-Hornopirén) vooraf moeten reserveren en zo ja, waar? De andere ferry (Hornopirén-Chaitén) geeft alleen voor de huidige maand boekingsmogelijkheden. Daar moeten we dus nog een tijdje geduld mee hebben.
Hartelijk dank voor dit verslag en het delen ervan. Ik heb al volop genoten van de reis die we nog gaan maken.
Titia
Beste Titia,
Bedankt voor je compliment en je vraag aan ons. We zullen morgen op je vraag terugkomen.
Groeten van John en Patricia
Hoi Titia,
Bedoel je met de veerboot die van Caleta Arena naar Caleta Puelche? Deze hoef je niet te reserveren, dat kan ook niet. Deze veerboot gaat overdag elk halfuur. Je betaalt terwijl je in de rij staat te wachten, er loopt iemand langs de rij. Je kunt met je Nederlandse betaalpas betalen, maar neem voor de zekerheid ook cash mee. Wij betaalden voor de overtocht ongeveer € 11,- in totaal. Zorg verder voor een zakje hondenvoer in de auto, niet alleen de mensen van de veerboot komen collecteren… ;-).
Voor het reserveren van de andere veerboot, die vanuit Hornopirén, moet je inderdaad nog even geduld hebben. Blijf de website van Somarco in de gaten houden, want reserveren voor deze overtocht is een must. Wij troffen een stel dat op de bonnefooi mee wilde. Zij bleven dan ook als enige achter. Je kunt vanaf ongeveer 4 tot 6 weken van tevoren reserveren.
Beantwoordt dit je vraag? Als we nog iets voor je kunnen betekenen, stuur dan gerust nog een bericht. We vinden het leuk om van je te horen, tijdens je verdere voorbereiding en/of tijdens je reis in het geweldig mooie Patagonië.
Reislustige groeten, John en Patricia
Hoi Patricia en John,
Leuke site gemaakt, interessant info. Wij gaan deze reis volgend jaar maken en zijn al druk bezig met de planning.
Wat betreft het laatste stuk vanaf Ouerto Rio Tranquilo naar Villa O’ Higgins …hoe zijn jullie verder / of terug gegaan? Wij rijden nog door naar Puerto Natales. Is het zinvol om naar het einde te rijden ?
Verder heb ik nog wat vragen over het geld etc. Kun je gewoon met Nederlandse Creditcard betalen of beter om veel cash te betalen.
Jullie mogen ons ook mailen.
Alvast bedankt.
Gr. Erik en Sandra
Hoi Erik en Sandra,
Dank jullie wel voor het compliment en wat een mooi vooruitzicht op jullie plannen voor volgend jaar. Heel verstandig ook om nu al te beginnen met plannen.
Wij hebben de hele Carretera Austral gereden tot aan Villa O’Higgins en zijn daarna weer terug gereden naar Balmaceda. Dit kleine plaatsje heeft een vliegveld en daar hebben we de huurauto ingeleverd. Daarvandaan zijn we terug gevlogen naar Santiago. Jullie vraag herinnert ons eraan dat we dit stuk nog moeten toevoegen aan ons reisverslag.
Wij vonden het zeker de moeite waard om helemaal naar het einde te rijden. De omgeving is overal even prachtig (dit in tegenstelling tot de conditie van de weg) en we houden niet van een half werk. We wilden bij het bord aan het einde van de CA staan. Onze plannen waren hier op afgestemd. Jullie hebben plannen om door te rijden naar Puerto Natales (zijn we jaloers op). We kunnen ons voorstellen dat jullie twijfelen over of jullie de hele CA moeten rijden of een stukje laten voor wat het is.
Of jullie doorrijden is natuurlijk een persoonlijke keuze. Het hangt ervan af hoeveel tijd jullie hebben en wat jullie willen doen. Het laatste stuk is niet de weg voor bijv. watersport. Het rijden op de ongeasfalteerde weg kost meer tijd en onderweg zijn er minder logische tussenstops. Veel in de auto dus, maar wel door prachtig landschap met blauwe rivieren en besneeuwde bergtoppen. Bezienswaardige stops als Confluencia Rio Baker/Neff, Parque Nacional Patagonia en Caleta Tortel liggen op deze route en zouden jullie missen. Hoewel PN Patagonia ook nog vanuit Chile Chico te bezoeken is. Vanuit Caleta Tortel en Villa O’Higgins zijn boottochten naar gletsjers te boeken, dus dat zouden jullie mislopen. Maar eerlijk is eerlijk: er liggen meer gletsjers op de route, ook verder op jullie reis naar Puerto Natales.
Hebben jullie de luxe om bijv. acht weken te reizen, rijd dan door naar Villa O’Higgins. Het bord dat het einde aangeeft van de CA is meer dan zomaar een bord, het is een mijlpaal, een gevoel en dat gevoel vonden wij magisch. Gaan jullie vier weken, dan zouden jullie bij Chile Chico of Balmaceda de grens over kunnen steken en via Ruta 40 verder naar het zuiden kunnen rijden.
Voor wat betreft jullie vraag over betalen. Wij hebben alles gewoon met onze NL betaalpas betaald, behalve de afhandeling van de huurauto (daarvoor heb je sowieso een credit card nodig) en een enkele vooraf geboekte accommodatie. In 2018, toen we Patagonië voor het eerst bezochten, was het een heel ander verhaal. Bijna alles ging toen nog met cash en pinautomaten sputterden nogal eens tegen. Nu maakten wij alleen mee dat de wifi bij de kassa in de supermarkt te zwak was om een betaling te laten slagen. Daarom is het handig om altijd wat cash bij de hand te hebben. Maar niet gek veel. Let er op dat het in Argentinië nog wel anders kan lopen, dus daar is misschien wat meer cash handig.
Ik hoop dat ons antwoord jullie verder helpt. Kunnen we jullie ergens volgen? We zijn erg benieuwd naar de reis die jullie van plan zijn te maken. We zoeken nog gastbloggers voor onze website :-). Stuur ons gerust nog een mail als jullie nog meer vragen voor ons hebben.
Met vriendelijke groeten, John en Patricia
Een geweldig mooi en uitgebreid verslag!
Veel bruikbare info!
Wij willen half maart 2025 gaan.
In welke periode zijn jullie geweest en in hoeveel dagen reden jullie de volledige Carretera?
John Hagenouw
Hoi John,
Dank je wel voor je reactie en voor je compliment. Wat leuk dat jullie naar Patagonië gaan. Om antwoord te geven op je vragen. Wij gingen in 2024 op 15 maart heen en op 12 april terug. We hadden 23 dagen een huurauto. Die auto hebben we opgehaald in Puerto Montt en ingeleverd in Balmaceda.
Als je verder nog vragen hebt, stel ze gerust. We hebben ook een kleine WhatsApp community met leden die recent in Patagonië zijn geweest, leden die nu onderweg zijn en leden die binnenkort naar Patagonië gaan. Misschien vind je het leuk om je daarbij aan te sluiten. Je kunt daar ook met vragen terecht. Als het je wat lijkt, stuur me dan even een e-mail, dan stuur ik je de uitnodigingslink. Je bent welkom.
Alvast een hele mooie reis gewenst. Dat gaat zeker lukken.
Gr. John
Hallo John,
We zijn benieuwd naar hoe jullie reis is geweest..
Kunnen we jullie reisverhaal ergens lezen?
Mvg. John en Patricia